Nagemaakte dodendraad aan ‘t Bömjke
In de loop van de Eerste Wereldoorlog kreeg Kanne niet altijd te maken met dezelfde grensfaciliteiten. In de eerste fase van de oorlog zorgden de Duitsers voor een bescherming van “hun” grondgebied tegenover het neutrale Nederland. Zo wilden de Duitsers er voor zorgen dat geen goederen over de grens gebracht werden, dat er geen post over en weer ging, dat geen dienstplichtige jongeren naar Nederland en via Nederland naar Engeland gingen om aan het front te gaan strijden in de IJzerstreek. Daarover zijn allerlei berichten te vinden en te lezen in Nederlandse kranten en tijdschriften. Zo vonden wij onlangs nog twee krantenberichten, een uit 1914 en een uit 1915.
1914, november Situatie aan de Limburgse grens
Bron: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 30 november 1914
Onderstaand bericht uit de – over het algemeen pro-Duitse – Nieuwe Rotterdamsche Courant van 30 november 1914 geeft aan dat ondanks de verscherpte controle de spanningen aan de Limburgse grens wel meevielen. Wel was alles erop gericht om te voorkomen dat Belgische soldaten via de grens naar Nederland zouden vluchten.
Wordt de verhouding tusschen de
Duitsche bezetting en de bevolking in de Belgische streken aan de Limburgsche
grens gaandeweg beter, omdat de Duitschers over het algemeen zeer humaan
optreden, de controle aan de grens wordt hoe langer hoe scherper. In de
provincie Luik mag men zich overal heen begeven zonder van een pas voorzien te
zijn, maar geen Belg, wiens leeftijd binnen de grenzen van den dienstplicht ligt,
komt er meer uit. Dat wil niet zeggen, dat er niet nog veel op Nederlandsch
grondgebied belanden, maar dat zijn er, die alle binnenwegen en kronkelpaadjes
kennen, welke op plaatsen, waar geen wachten zijn, in ons land uitkomen. Aan die
grensplaatsjes is de bezetting versterkt. Zoo zijn er in het dorp Canne 45
soldaten, die volgens hun eigen zeggen “sich langweilen”. Voor het arme dorpje
toch nog een zware inkwartiering, terwijl tusschen Visé en Luik plaatsjes
liggen, waar er slechts 12 of 20 zijn.
In elke gemeente wordt, wanneer de bezetting verwisseld wordt, een rapport
uitgebracht. Dit rapport wordt door den nieuwen officier nauwkeurig nagegaan en
volgens de gegevens worden maatregelen genomen. Bijna overal worden nog
gijzelaars gesteld. Slechts één dorp, waar de bevolking zeer gunstig en als
rustig bekend staat, is daarom vrijgesteld.
Bericht over de situatie na de aanleg dodendraad
Bron: Het Centrum, 27 september 1915
De controle aan de Nederlands-Belgische grens was scherp. Langs de hele grens was een ijzeren hek met stroom, de zogenaamde Dodendraad, neergezet. De Duitse bezetter was bang voor smokkel van personen en informatie naar het neutrale Nederland. Landgenoten die zich in de buurt van de grens ophielden, werden al gauw gezien als spionnen, zoals deze Hagenaar.
Een
Hagenaar, A. v.d. M., die tijdelijk te Valkenburg vertoeft, deelt aan het
Vaderland het volgende mede: Ik was Donderdag aan de grens bij Canne en werd,
toen ik trachtte door mijn kijker de electrische draadversperring te zien, door
de Duitschers gevangen genomen. Hoewel ik mij nog m.i. op Nederlandsch
grondgebied bevond, gelastte de Duitsche schildwacht mij op den (Duitschen) weg
te komen met de bedreiging: Komm hier oder ich schiesse.
Ik werd naar de wacht gevoerd, waar mij alles werd afgenomen; alleen mijn
portemonnai en zakmes mocht is behouden. Gelukkig werd ik na 3 uur door den
Hauptmann, die inmiddels ontboden was, in vrijheid gesteld, toen ik hem naam en
qualiteit bekend maakte, hoewel ik verscheid na verdachte zaken bij mij had, o.a.
een landkaart, een verrekijken (nog wel van een Engelsche firma) een (Fransch)
kompas, enz. De behandeling behalve dan van den schildwacht die mij allerlei
beleedigingen toevoegde, was uiterst correct.
Overgenomen uit www.ssew.nl
Wow! Vind ik geweldig interessant en ben echt blij dat ik toen niet leefde want dat moet wel echt hel op aarde zijn geweest. Klein detailke: Kanne toen nog met een 'C' geschreven. Zou graag willen weten wanneer die verandering van geschrift kwam en waarom?
Keep it up!