Zaterdag 18 oktober 2014. Een ongelooflijk prachtige dag, met 23 graden op de thermometer. En dan een schitterende wandeling maken rond ons dorp. Het doet je echt een beetje denken aan het Italiaanse Toscane, zeker als je je mag laten verwennen met een heerlijk glas frisse wijn op de Apostelhoeve. Toegegeven, niet alles ligt op Kanners grondgebied, maar het maakt toch ontegensprekelijk deel uit van onze prachtige omgeving waar we zo fier op kunnen zijn.
Enkele foto’s hierbij met wat informatie, verzameld via diverse internetpagina’s en eigen documentatie.
Uit de geschiedenis van deze hoeve is bekend dat in de jaren 1500 de hoeve in bezit was van de familie Van Eynenberch, Heren van Elderen.
Rickalt van Elderen verkoopt de hoeve, gelegen op ‘Louwenburch’ boven St. Servaasbron, aan Johan Struyckens en Marie van Suetendael. Bij het overlijden van haar man erft Marie de hoeve en zij vermaakt het goed in 1611, overeenkomstig het testament van haar man aan de Stichting der XII Apostelen .
Verder weten we dat in 1843 Renerus Bastiaans hier pachter is.
Diens dochter Cornelia trouwt met Theodoor Rondags uit Veldwezelt. Het jonge gezinnetje blijft op de Apostelhoeve wonen.
Als Renerus Bastiaans in 1848 overlijdt hoort bij zijn nalatenschap o.a. een perceel bouwland op de “Laauwberg” dat verdeeld wordt tussen zijn 2 dochters, Cornelia en Lucia.
De weduwe van Renerus zet met behulp van haar schoonzoon het pachtbedrijf voort op naam van haar overleden man.
Vanaf 1 oktober 1864 wordt de pacht op naam geschreven van Theodoor Rondags .
Vervolgens, 1 oktober 1881, gaat de pacht over op diens zoon Mathijs.
Het beheer door Mathijs Rondags is niet zo goed en hij bouwt grote schulden op. Hij verlaat de hoeve en overlijdt in Wolder op 8 maart 1892 in de leeftijd van 46 jaar.
Alphonse Hulst wordt de nieuwe pachter op de Apostelhoeve en tot op de dag van vandaag blijft de pacht bij zijn nakomelingen.
Van gewoon landbouwbedrijf schakelde men over naar voornamelijk fruitteelt en vandaag de dag is uiteraard vooral de wijnbouw de hoofdbezigheid.
Momenteel wordt het goed in feite nog steeds beheerd door de stichting die bekend is onder de naam “Stichting Lambert van Middelhoven” uit Maastricht, een voortzetting van de Stichting der Twaalf Apostelen.
Hoeve Nekum wordt voor het eerst vermeld in archieven die dateren uit 1304. Het gaat hierbij om een grensbeschrijving van het graafschap Vroenhoven. De hoeve wordt hier vermeld onder de naam: “Hoeff van Nyedekom”. Wat oud Nederlands is voor: hoeve van beneden in het dal.
De huidige monumentale hoeve dateert uit circa 1600 en omvat een aantal grote gebouwen die rondom een binnenhof zijn gesitueerd.
Hoeve Nekum is tot in de 19e eeuw in het bezit geweest van de adellijke familie Bonhomme.
Vervolgens kwam de hoeve onder meer in het bezit van de familie Castermans, die later zou vertrekken naar de nieuwe hoeve aan de Mergelweg.
Sinds 1934 wordt de Hoeve bewoond door de familie Bollen. Het is een gemengd landbouwbedrijf maar zeer zeker maakt ook de wijnbouw op de Louwberg een groot deel van de activiteiten uit
Achter de hoeve Nekum bevindt zich de Nekummermolen.
In 1619 wordt al melding gemaakt van deze molen en in 1620 werd hij hersteld en in gebruik genomen als volmolen. In 1678 diende hij als traanmolen voor de leerlooiers. In 1730 was hij in gebruik als oliemolen voor de zeepzieders, maar al die tijd ook nog steeds als volmolen. In de Franse tijd was de molen eigendom van Joannes Ubaghs, die in Wolder woonde en de molen aan zijn schoonzoon Jacob Theunissen verpachtte.In 1820 werd de molen verpacht aan Gilles Loneux uit Visé, en in 1855 verkochten de erfgenamen de molen met aanhorigheden in 1856 aan Petrus Regout. Deze liet de oude molen in 1869 afbreken en vervangen door één groot gebouw. In de molen werd toen glazuur gemalen ten behoeve van de aardewerkfabriek van Regout, wat later de Sphinx is geworden.
De hoeve Castermans op de Mergelweg werd in 1932 gebouwd in opdracht van het echtpaar Henri Castermans (° 17-07-1885 + 09-10-1967) – Maria Kerkhofs (° 05-05-1894 +28-04-1985). Dit landbouwersgezin betrok daarvoor de reeds vermelde hoeve Nekum.
Het gebouw is opgetrokken in de stijl van de Noord-Hollandse staatsboerderijen volgens het kop-hals-romp principe. Aannemer der werken was de heer Walthere Vrijens (d’n Hoas) uit Kanne. Het timmerwerk (dak, ramen en deuren) werd uitgevoerd door Kannerse schrijnwerker Guillaume Vrijens (de Pom). In 1934 werd het gebouw betrokken door het gezin Castermans.
De laatste landbouwer op het goed was het gezin Pierre Castermans (° 29-06-1926 +10-08-2002) – Gertrude Schiepers (° 29-09-1931 + 03-01-1985). In 1989 heeft Pierre Castermans alles verkocht en kwam hij zich in Kanne vestigen.
De huidige eigenaar heeft de hoeve verbouwd tot een riante villa. De schuur is omgevormd tot zwembad en twee appartementen.
He kasteel Neercanne, is ook gekend onder de naam Kasteel Agimont. Het wordt voor het eerst vermeld in 1316. De eerst bekende eigenaar is Bertram van Liers, die het kasteel in 1353 bewoonde. In 1454 was Jean Chabot eigenaar. In 1465 werd het kasteel door brand deels vernield. In 1477 kwam het in handen van Gerard Viller. Via vererving kwam het daarna in handen van een dochter van Jan Pité III, die bij de dood van haar man, Herman van Straten, met een grote schuld bleef zitten. Neven van Herman van Straten, de Van Pallands kochten het kasteel daarna van de schuldeiser.
Het huidige hoofdgebouw kwam in 1698 tot stand na een zeer ingrijpende verbouwing in opdracht van de nieuwe eigenaar, Daniel Wolff , baron van Dopff, in die tijd militair commandant, later gouverneur van de vesting Maastricht.
In 1839 werd het kasteel Nederlands grondgebied. Terwijl het grootste deel van de voormalige heerlijkheid Neerkanne bij het vaststellen van de rijksgrens tussen Nederland en België bij Kanne werd gevoegd, bewoog de eigenaar van het kasteel, Ignatius baron De Thier, hemel en aarde om het kasteel onder de Nederlandse gemeente Oud-Vroenhoven te laten vallen.
Oswald Poswick, getrouwd met een kleindochter van baron van Thier, was begin 20e eeuw de laatste kasteelheer. Zijn ongehuwde dochter Louise bleef uiteindelijk alleen achter op het kasteel totdat ze dit onder druk van de Duitse bezetter moest verlaten en er een kantoor van de organisation Todt werd gevestigd. Op het einde van de oorlog werd het kasteel dan weer betrokken door Amerikaanse troepen. Ondertussen was zeer veel vernield in het kasteel en het gebouw zelf kwam ook in verval.
In 1947 werd het kasteel eigendom van de Stichting Limburgs Landschap, en kreeg het ook de nodige restauratie-beurten. Het kasteel kreeg een functie als klasse-restaurant.
Huidige bewoner en directeur/zaakvoerder van het kasteel Neerkanne is de heer Peter Harkema.