Over de jaarlijkse herdenking van WO II en de herbegraving van vijf grenadiers in Kanne.

Afgelopen zondag 8 mei 2016  werd er in ons dorp weer de traditionele hulde gebracht aan de gesneuvelden, militairen en burgers, van beide wereldoorlogen. Een plechtige eucharistieviering, bloemenhulde en een muzikaal last-post aan het monument aan de kerk, de militaire begraafplaats op Meerland en het monument Norcross op de Tiendeberg.
Hierbij enkele foto’s, gemaakt door Davy Renkens.

Oorlogsmonument aan de Sint Hubertuskerk

Oorlogsmonument aan de Sint Hubertuskerk

Hulde op de militaire begraafplaats Meerland

Hulde op de militaire begraafplaats Meerland

Monument "Norcross" boven de Tiendeberg

Monument “Norcross” boven de Tiendeberg

Hulde bij het monument Norcross

Hulde bij het monument Norcross

Dit brengt me bij een krantenuittreksel dat ik terugvond in de inmiddels wel bekende dagboeken van Pol de Facteur.

Dit staat er in het artikel :

Vijf Grenadiers op het Militair Kerkhof te Kanne bijgezet.
Roerende plechtigheid op het slagveld zelf van mei 1940.
Zij rusten in Vrede tussen hun vroegere strijdmakkers.

Midden het onvervalste landelijke kader van groenende heuvels en oude mergelhuisjes, die de wonden van bombardementen en artillerietreffers nog dragen, greep donderdagochtend in het grensdorpje Kanne een roerende vaderlandse plechtigheid plaats.

Het stoffelijk overschot van vijf Belgische soldaten van het 2e Grenadiersregiment, dat in mei 1940 zo dapper weerstand bood aan de vijandelijke overmacht en slechts na uiterst bloedige verliezen zijn stellingen ten oosten van het Albertkanaal prijsgaf, werd bijgezet op het Grenadierskerkhof te Kanne.
Vijf helden, die hun jong leven offerden voor ’s lands vrijheid. Hun namen zullen als een eeuwige aanklacht tegen het Duitse imperialisme in de nederige grafkruisjes gegrift blijven  CASTELYN, DEBAUT, HOLBRECHT, VAN GOIDSENHOVEN en KEMPER.

DE PLECHTIGHEID
Nadat zij woensdagnamiddag ontgraven waren op het kerkhof van Eben-Emael, waar zij sedert 1940 rustten werden de vijf gesneuvelde grenadiers naar een schoollokaal in Kanne overgebracht, dat was omgevormd tot een stemmige rouwkapel. Talrijk waren de sympathisanten die donderdagochtend een laatste groet kwamen brengen aan de vijf onder bloemen en nationale vlaggen opgebaarde lijkkisten.

Te 10.30 uur werd aan het schoollokaal een stoet gevormd, die de dierbare doden naar de kerk zou begeleiden. Voorop stapten de misdienaren en de lokale geestelijkheid met het kruis, gevolgd door de schoolkinderen met talloze ruikers, delegaties met vaandel van de oud-strijders van Kanne, Eben-Emael, Wonck, Bitsingen, het Rood-Kruis van Kanne en de Verbroedering van de 2e Grenadiers, een hele schare militaire overheidspersonen waaronder Generaal Herbiert die in 1940 als kolonel over de grenadiers te Kanne het bevel voerde.
De vijf lijkkisten werden gedragen door een in volmaakte orde marcherende afdeling militaire politie.
grenadiers jekerbrugje

 

NAAR HET KERKHOF

Te 11 uur zong Z.E.H. Pastoor Van de Houdt de absouten, waarna de stoet zijn toch voortzette via de 2e Grenadiersstraat alover de kanaalbrug naar het Grenadierskerkhof, dat op het vroegere slagveld zelf op de helling van een mergelheuvel hangt.
In roerende bewoordingen brachten achtereenvolgens Generaal Herbiert, Generaal Fromont en burgemeester Coenegrachts hulde en een laatste groet aan de vijf grenadiers, helden van onze herwonnen vrijheid.
Nadat schoolkinderen het vaderlandse lied hadden gezongen werden de lijkkisten neergelaten en nog een laatste maal door de overheidspersonen en militaire politie gegroet.
Zij rusten in vrede, tussen hun vroegere strijdmakkers.

herbegraving grenadiers
(einde citaat, naam van de auteur is niet vermeld)

Aanknopingspunten voor het (bij benadering) bepalen van de datum zijn natuurlijk het burgemeesterschap van Herman Coenegrachts en het pastoorschap van E.H. Van den Houdt. Wij zitten dus begin jaren vijftig.
Mia Vos-Vrijens is een van deze getuigen en zij herinnert zich het gebeuren nog. Het was mooi, warm weer en volgens haar in de maand mei of juni.

Ik heb hieromtrent nog wat opzoekingswerk gedaan en zo kwam ik terecht bij collega heemkunde-werker in Eben-Emael, de heer José Lenaers.
Hij wist te vertellen dat de eerste dagen van de oorlog bij de aanval op en rond het fort van Eben-Emael er in dit Jekerdorpje meer dan zestig burgerslachtoffers te betreuren waren, en natuurlijk ook meerdere militairen.
In een handgeschreven “journal de campagne”[i] staan de gevechten om en bij het fort van Eben-Emael nauwkeurig beschreven. Het voornoemde journaal wordt ook aangehaald in het boek “Ceux du fort d’Eben-Emael”[ii]

Omdat er op de begraafplaats in Emael onvoldoende ruimte was om plots zoveel mensen gelijktijdig te begraven werd naar een oplossing gezocht. De heer Blaffart, schoonvader van José Lenaers, bood zijn weide aan de Rue de l`Aumont aan, om daar tijdelijk alle slachtoffers te begraven. Het werd nu een tijdelijke rustplaats voor zovele dorpsgenoten en inderdaad ook vijf bij het fort gesneuvelde grenadiers.
Zodra men de mogelijkheid had, werden de burgerslachtoffers ontgraven om uiteindelijk hun laatste rustplaats te krijgen op het kerkhof van Emael. De vijf grenadiers echter bleven op voornoemde weide. Vanzelfsprekend kon deze toestand niet blijven duren, ook omdat er intussen nieuwe plannen waren voor het gebruik van de weide. En dat leidde dan tot de ontgraving van deze gevallen soldaten en vervolgens dan de plechtige herbegraving op het militaire kerkhof van Kanne.
Vanzelfsprekend ging ik daar een bezoekje brengen, maar vreemd genoeg
vond ik de graven , of alleszins de bijhorende kruisjes, niet terug. In de wetenschap dat men in 1962 de stoffelijke resten van de soldaten op het militaire kerkhof van Kanne overgebracht heeft naar een gezamenlijke laatste rustplaats te Veldwezelt ben ik aldaar een kijkje gaan nemen.

Militaire begraafplaats te Veldwezelt

Militaire begraafplaats te Veldwezelt

En inderdaad, op de allereerste rij, broederlijk naast elkaar, vond ik de grafkruisjes van vier van de vijf gesneuvelden. De naam Van Goidsenhoven kon ik niet aantreffen. Mogelijk werd hij herbegraven in zijn geboortdorp.

Deze gegevens staan op de grafstenen :

Kemper, Charles, soldaat, 2e regiment Grenadiers, geboren 05-03-1914, overleden 10-05-1940.
Debbaut, Clement, soldaat, 2e regiment Grenadiers, geboren 04-05-1907, overleden 10-05-1940.
Holbrecht, Alfons, soldaat, 2e regiment Grenadiers, geboren, 08-09-1907, overleden 10-05-1940.
Casteleyn Hector, soldaat, 1e regiment Grenadiers, geboren 10-05-1912, overleden 10-05-1940 (inderdaad, op zijn 28e verjaardag).

Kemper en Casteleyn zijn mogelijk franstalig. Op hun grafsteen staat ‘Mort pour la Belgique’, terwijl bij Debbaut en Holbrecht staat ‘Gestorven voor België’.

 

[i] Journal de Campagne, gereconstrueerd in gevangenschap in het kamp van Fallingbostel aan de hand van getuigenissen van officieren en “chefs d’ouvrage” – auteur onbekend

[ii] Ceux du fort d’Eben-Emael, Lecluse Henri ism l’Amicale du Fort d’Eben-Emael 40-45