Bovenstaand bericht verscheen in “Het Algemeen Belang” van 05 augustus 1905, en werd ons overgemaakt door de heer Ivo Thys uit Membruggen..
Het is een lezersbrief van een Vlaamse passant aan het grenskantoor van Canne (Neerkanne).
De persoon in kwestie is verbolgen omdat de tolbrigadier zich tegenover hem en het “Vlaamsche volk” vrijpostig en honend gedragen heeft.
De briefschrijver merkt op dat de beambte hardnekkig weigerde in het Vlaams te antwoorden en Vlaamse “declaraties” af te leveren. Het zal hier waarschijnlijk gaan over invoerdocumenten.
Ook zou bedoelde beambte gezegd hebben dat “Le Flamand c’est pour des gens illettrés”, en verder “sortez d’ici brutes que vous êtes”. Met andere woorden dat de Vlaamse taal voor ongeletterden is , en hij de passant vervolgens aanmaant het bureau te verlaten, met een niet mis te verstane belediging als bruut.
Blijkbaar heeft de passant verzocht iets in het klachtenregister te mogen schrijven, maar dat hem dat geweigerd werd. De briefschrijver heeft het hierbij niet gelaten en diverse brieven gestuurd naar meerdere tijdschriften of kranten, naar het ministerie van “geldwezen” en het “algemeen bestuur” van wie hij ook een behoorlijk antwoord ontvangen heeft.
Uit de ingezonden brief moge blijken dat er wel degelijk een onderzoek terzake werd ingesteld, maar dat er ogenschijnlijk geen gevolgen zijn geweest voor de betrokken douanier. Reden waarom er thans een nieuwe lezersbrief is geschreven voor “Het Algemeen Belang”.
Met niet mis te verstane bewoordingen betreurt de briefschrijver het te moeten vaststellen hoeveel stappen er wel nodig zijn om een billijke overplaatsing van betrokken beambte die “gruwelijk” zijn boekje te buiten is gegaan te verrechtvaardigen.
Werd getekend D.D.G.V.J.D.
Uiteraard hebben wij geen kennis van de feiten die zich exact afgespeeld hebben aan het douaneloket.
Dat de beambte mogelijk alleen de Franse taal machtig was is niet ondenkbeeldig, en dat de Vlaamse passant hier zwaar aan tilde mag ook duidelijk zijn.
Kijken we evenwel enkel naar verslagen van onze eigen gemeenteraad of andere officiële geschriften uitgaande van de gemeentelijke overheid in Kanne in die periode, dan zien we dat deze vaak in het Frans werden opgesteld.
Er was immers nog geen sprake van de “taalwet”, betreffende het gebruik der talen in bestuurszaken (wet van 28 juni 1932, verschenen in het Staatsblad van 29 juni 1932), en zodanig werd er door de overheid meestal in het Frans gecommuniceerd, zeer ten onrechte uiteraard van het Vlaamse volk.
Tot die tijd was het dus vaak “Et pour les Flamands la même chose”.