Opeisingen in tijden van oorlog.

Helaas zien we in deze tijd elke dag opnieuw verschrikkelijke beelden van verwoeste steden en dorpen. Of het nu gaat om oorlog in Gaza of Oekraïne, hetzij om verwoestende natuurkrachten in Spanje of Amerika. En bij dergelijke gebeurtenissen wordt zeer vaak beroep gedaan op organisaties gespecialiseerd in hulpverlening, of gewoon op de vrijwillige solidariteit van mensen nabij of wereldwijd.
Maar soms wordt deze “solidariteit” ook afgedwongen. Bij het verzamelen van informatie over “De Jeker door Kanne”, kwam ik terecht bij Gerry Coenegrachts, gewezen uitbater van het Hotel Limburgia.
Tijdens ons onderhoud en opzoekingen in oude foto-verzamelingen kwamen ook een aantal “opeisingsbiljetten of -brieven”, gericht aan vader André Coenegrachts, te voorschijn.
In het begin van WO II, meer bepaald in september 1940, ging het nog over de opeising door de gemeente van twee éénpersoonbedden en twee matrassen.
Maar bij het naderende einde van dezelfde oorlog, in 1944, was de opeising door de Duitse bezetter veel ingrijpender. Het hele etablissement werd gewoonweg in beslag genomen.

Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ging het hier om te kunnen voorzien in slaapgelegenheid voor leidinggevende personen die zowel in de Boschberg nabij kasteel Neerkanne als in de Dreesberg in het Avergat werkvolk inschakelde om in de gangen van onze mergelgrotten mogelijkheid te creëren om wapentuig en vliegtuigmotoren te kunnen assembleren. De organisatie die hiermee was belast is ons aller nog bekend onder de naam “Todt”.
Inmiddels zijn wij bezig met het opzoeken van bijkomende informatie om er een mooi artikel rond te bouwen voor ons volgend tijdschrift. Mocht U ons kunnen helpen met extra gegevens, dan zien we dat graag tegemoet.

Guido Thijs,