Over Zwarte Koning en Lichtmis


(Bovenstaande schilderij is van Hieronymus Bosch)

Toen ik onlangs op “driekoningendag” thuis de kerstboom opruimde kreeg ik van mijn buurvrouw te horen dat ik dat eigenlijk pas mocht doen na “Zwat Keuning”, het feest van de zwarte koning. Dit feest wordt gevierd op 8 januari zo vertelde ze me. Een andere dorpsgenoot die ik hierover aansprak kende hetzelfde verhaal, maar die plaatste het feest op 9 januari.
De zwarte koning in het verhaal van de drie wijzen die naar de jonggeboren Jezus op zoek gaan, is Balthazar. Maar noch op 8 of 9 januari wordt de naam Balthazar gevierd.
Nu heb ik het begrip “Zwat Keuning” al vaker gehoord in een Kanners gezegde over het lengen van de dagen : “Mèt zwat keuning aèjn mèh ‘t ès gaèjn ; mèt leechmès twie mèh ‘t ès mie.” hetgeen betekent dat rond de dag van “zwart koning” we al één uur langer licht hebben maar dat je het niet merkt. Op het feest van Maria Lichtmis hebben we reeds twee uur langer licht, maar het lijkt meer.
Daarmee was echter de herkomst van de viering “Zwat Keuning” nog niet opgelost en begon de speurtocht in literatuur, maar ook bij andere personen die misschien wel enige klaarheid konden brengen.
Eerwaarde Heer Jef Lemmens, voormalig deken van Vlijtingen, zette me verder op weg met wat uitleg over feesten in Lafelt en Vlijtingen. Maar inderdaad ook over het feit dat “Zwarte Koning” zeker niet voorkomt in de kerkelijke gebruiken.
In de literatuur kom je altijd terug op het feest van Driekoningen. De koningen staan voor alle werelddelen die vroeger bekend waren: Europa, Azië en Afrika. Op driekoningendag viert de christelijke gemeenschap eigenlijk de “openbaring”, de bekendmaking van Christus aan de wereld.
In veel Europese landen is het een officiële feestdag ( Andorra, Cyprus, Duitsland (enkele deelstaten), Finland, Griekenland, Italië, Kroatië, Liechtenstein, Oostenrijk, Polen, Slovakije, Spanje, Zweden en Zwitserland (enkele kantons). 
In de landen waar het geen vrije dag is, wordt het meestal de zondag het dichtst tegen 6 januari gevierd.
Het feest van Driekoningen gaat of ging ook gepaard met lokale gebruiken. We kennen hier zeker nog het “driekoningen-zingen” van deur tot deur, waarbij jongeren om een centje of een snoepje vragen.
Of bijvoorbeeld het eten van de “driekoningen-koek”. Een gebak waarin een boon verstopt zit. Diegene die het stukje taart met de boon heeft, mag zich die dag tot koning kronen.

.


In de Oostkantons van ons land, maar zeker in Duitsland zie je dat jongeren ook langs de deuren gaan en dan bij de goedgeefse bewoners boven de deur met een krijtje de karakters C+M+B+ en het jaartal aanbrengen. Dit zou nu dus zijn “C+M+B+ 2022″. Je zou in eerste instantie denken dat de drie letters staan voor Caspar, Melchior en Balthazar. Maar de juiste betekenis is ” Christus Mansionem Benedictat”, hetgeen vertaald dient te worden “Christus zegene dit huis”.
Maar toch even terug naar de feesten in Lafelt en Vlijtingen. En ook daar vonden wij gehoor bij hulpvaardige contactpersonen.
In Lafelt wordt al bijna 25 jaar tijdens het weekend dicht bij “Driekoningen” door de volleybalclub Kivola een heuse “Zwarte Koning Wandeltocht” gehouden, gepaard gaande met tal van nevenactiviteiten.
Zij zouden het feest min of meer “overgenomen” hebben van Vlijtingen.
En zodoende werden de collegae van de heemkundekring van Vlijtingen gecontacteerd.
Inderdaad werd aldaar de zondag na Driekoningendag stevig feest gevierd, zowel in de huizen als op straat. In de driekoningen-koek die in huis werd gegeten werd wel degelijk een zwarte boon verstopt. Hij die dus de boon in zijn stukje taart vond was dus Koning . Verklaart dit misschien een beetje de naam “Zwarte Koning” ?
Het feest liep steevast uit op een echte kroegentocht die wel kon duren tot maandag in de vroege uurtjes. Het zal sommigen hierbij misschien wel zwart voor de ogen zijn geworden, maar dat is natuurlijk geen plausibele uitleg voor de naamgeving.
Eerlijkheidshalve moeten we dus toegeven dat wij nog niet echt een verklaring hebben. Misschien weet iemand van de lezers ons meer te vertellen.

Omdat het zo in de titel van dit stukje staat toch nog enkele woorden over het feest van Maria-Lichtmis, bij ons gewoon “Leechmès” genoemd. Het feest valt op 2 februari, 40 dagen na Kerstmis. In de joodse wet, ten tijde van de geboorte van Jezus, moest een mannelijk kind 40 dagen na de geboorte naar de tempel gebracht worden om hem aan het volk te tonen en “op te dragen” aan de Heer.

(Opdracht van Jezus in de tempel, Parwiki)

Het is ook het feest van het licht en daarom is er ook de traditionele kaarsenwijding die dag.
Met Lichtmis zijn de dagen zoveel gelengd dat de plattelandsmensen konden beginnen met het werk op het land. Die dag werd ‘s avonds afgesloten met het bakken van pannenkoeken. Die culinaire folklore vinden we terug in een oude spreuk: Op Lichtmis is er geen vrouwken zo arm, of zij maakt haar panneken warm. Deze traditie wordt nog vrij veel opgevolgd, zo blijkt.
Maar ook al genieten wij die dag van meer daglicht, toch ging hij ook gepaard met een bijzondere opmerking over het weer. Het is vooral een waarschuwing om toch nog een beetje voorzichtig te blijven met de voedselreserve voor de dieren in de stal. Persoonlijk vind ik dit één van de mooiste Kannerse uitdrukkingen :
“As mèt Leechmès de zon op de kjaatse sjèijnt, sjiêper beend den äörte op”.
De letterlijke vertaling geef ik hier niet weer. Ik laat het aan de geachte lezer om dit te doen. Benieuwd wat U ervan maakt.

Guido Thijs













2 gedachten over “Over Zwarte Koning en Lichtmis”

  1.  

    Heel interessant verhaal over ‘Zwarte Koning, Lichtmis’ en de betekenis van: ‘C+M+B+’.
    U zou dit verhaal eens kunnen voorleggen aan: Theoloog, kerkhistoricus, journalist, archivaris, genealoog en diaken Régis de la Haye. Misschien dat hij er nog iets meer over kan vertellen.
    Zijn e-mail: r.delahaye@planet.nl

Reacties zijn gesloten.