Pierre (Pieterke) Nicolaes, oud-strijder en invalide van de Groote Oorlog (2)

Enige jaren geleden kwamen 15 kaarten in verband met Pieterke Nicolaes boven water bij zijn schoondochter Gilberte Caelen, toen zij zocht naar doodsprentjes van de familie Gilson. Daar is toen in ons tijdschrift een uitvoerig artikel aan gewijd: Vrijens, P., Pierre (Pieterke) Nicolaes, oud-strijder en invalide van de Groote Oorlog, Heemkunde Kanne, jg 15, 2014, p. 7-15. Ook op onze website is al aandacht besteed aan Pierre Nicolaes: dit artikel kun je hier lezen.

Nu zijn er weer 5 kaarten opgedoken, vooral maar niet alleen uit de eerste fase van de oorlog. Wat kunnen wij leren uit die extra kaarten?

Pierre Nicolaes, of Pieterke (ondanks zijn lengte van 1,80 m) zoals hij beter bekend was, is geboren op 11 december 1893 in Kanne als zoon van Renier Nicolaes en Marie Charpentier.

Pierre gaat als twintigjarige timmerman op 1 september 1913 onder de wapens. Hij wordt ingelijfd in het 12e  Linieregiment en is nog soldaat als in augustus 1914 de oorlog uitbreekt. Het 12e Linie is in het begin van de oorlog actief in de buurt van Visé en Herstal en bij de verdediging van de forten van Luik. Daarna trekt het regiment met Pierre in zijn rangen via Haacht, Breendonk en Lokeren richting Antwerpen. Op 6 oktober schrijft hij vanuit Gent een kaart naar zijn zus Marie, die naar Maastricht gevlucht is en daar werkt als dienstbode. Hij schrijft op die dag dat hij uit Antwerpen is moeten vluchten voor de Duitsers en dat hij denkt dat ze naar Oostende gaan. “Wij zijn uit Antwerpen moeten gaan. Op dit ogenblik zijn wij nog te Gent… Gij moet maar niet in achterdochten zijn dat het soms wat lang is eer ik schrijf want ik heb niet altijd de gelegenheid om te antwoorden. Vele groeten van u broeder Pierre Nicolaes”.

Pierre Nicolaes als soldaat

Op 19 oktober 1914 schrijft hij weer een kaart naar zijn zus, waarin hij iets meer vertelt over de vlucht uit Antwerpen: “Beminde zuster,… Wij zijn nu te Nieuwpoort van gisteren. Want wij hebben uit Antwerpen moeten gaan want ik geloof wel dat den Duits Antwerpen heeft ingenomen maar dat is hem toch zoo gemakkelijk niet gegaan het is wel acht dagen gewees dat de kanons nacht en dag geschoten hebben op de forten. En ge kunt ook wel denken dat wij niet veel rust hebben gehadt…”
In de westhoek wordt Pierre op  4 november 1914 bij Pervijse-Ramkaartskapelle door 2 kogels gewond, een in elke arm. Hij komt na de eerste verzorging terecht in het hospitaal van Lannion in het noorden van Bretagne, oorspronkelijk een Benedictijns klooster en vanaf 1875 een instituut van een congregatie die zorgde voor jonge meisjes. Daar en in Trégastel, iets noordelijker in Bretagne, verblijft hij 5 maanden, tot in april 1915. Uit die periode zijn een aantal kaarten bewaard, die Pierre aan zijn zus in Maastricht stuurde. In februari denkt hij dat hij al over enige weken terug naar het front kan gaan: “Trégastel den 8e Feb 1915. Beminde Zuster. In eene goede gezondheidt kom ik u nog eenige woorden te schrijven en ik hoop dat gij het ook nog goed maak. Ik heb den Prins ( Hoogstwaarschijnlijk De Prins der Geïllustreerde Bladen, afgekort als De Prins. Dit was een Nederlands tijdschrift dat werd uitgegeven tussen 1901 en 1948 met veel foto’s en vervolgverhalen. Nota van de redactie, met dank aan Kees Bangma) en uwe gazetten ontvangen wat gij mij gestuurt heb. Gisteren heb ik ook eene kaart van Louis[1] en eenen brieft van Theodoor Houben[2] ontvangen. Beminde Zuster wil nog zoo goed zijn van mij wat geld op te stuuren voordat ik hier weggaan. Want binnen een veertien dagen of drie weken zal ik wel heelemaal genezen zijn. En zoo Louis schrijf is het nog altijd het zelfde in Canne. Nu beminde zuster hoop ik dat gij die kaart in de beste gezondheid moog ontvangen en vele groeten aan Vader en Moeder en Broeder. Pierre Nicolaes Soldat Belge Castel Sainte-Anna Trégastel Côtes du Nord”
Hij komt terug in de voorste linie in mei 1915 en in de voorste loopgraaf in Oostkerke raakt  hij nog in dezelfde maand in de nacht van 28 op 29 mei 1915 tijdens een bombardement zwaar gewond. Hij komt terecht in het bekende ziekenhuis l’Océan van De Panne[3]. Als gevolg van deze verwonding  moet zijn rechterbeen geamputeerd worden. In l’Océan wordt hij op 21 september 1915 door koning Albert I persoonlijk gedecoreerd tot ridder in de Kroonorde. Kort daarna verlaat hij dit hospitaal.


Pieterke wordt verder verzorgd in Saint-Lo (Fr). In het begin van 1916 bevindt hij zich in Saint-Adresse en daarna in het Institut des Militaires Invalides et des Orphelins. Mogelijk werkt hij daar in het timmeratelier. Hij wordt ook vermeld op de dagorder van 18 februari 1916.
Op 12 september 1916 schrijft hij een kaart naar Bertha-Bertine in Maastricht. Hoogstwaarschijnlijk gaat het hier om Hubertine Gilson, waarmee hij in 1928 zal trouwen.
“Beste Bertha. Heb vandaag uwe kaart ontvangen. Het is mij onmogelijk van nu eenen brief naar Maestricht te zenden. Hij zou te laat aankomen. Uwe kaart is 12 dagen onderweg gebleven. Ik bedank u hartelijk, beste Bertine, voor uwe goedheid van tot mij te hebben geschreven. Ik ben zeer tevreden dat men een weinig goed nieuws aan mijne ouders gaat brengen. Ik heb postzegels van het Rood Kruis van België; ik zal ze in mijnen volgende brief afsturen. Ik verwacht van uw best nieuws. Uw toegenegen Pierre”.

Op deze plaats bevond zich tijdens de Eerste Wereldoorlog het centraal paviljoen van het hospitaal L’Océan (website gemeente De Panne)

In september 1918 werd Pierre vrijgesteld van verdere dienst.
Ook uit deze laatste periode is nog een kaart opgedoken. Op 30 augustus 1918, enige maanden voor het einde van de oorlog, krijgt Pierre een kaart van H. Moors: “Beste vriend Pierre, Ik druk u eene warme pol (hand) uit het hospital van en ik ben in salle en weet nog geen nieuws voor den ogenblik. Dag Pier, tot eene van deeze dagen en denk eens aan mijne cousin (?) Harri. H. Moors HM 3 Rue Ancelot Le Havre Salle 15”.
Wie dit geschreven heeft, is mij op dit ogenblik niet bekend.

Hij kreeg later uiteraard de Herinnerings- en Overwinningsmedaille, maar ook het Oorlogskruis met Palm. Hij was Ridder in de Kroonorde met Palm en Officier in de Kroonorde.

Pieterke trouwt tien jaar na de oorlog als 34-jarige op 18 februari 1928 in Kanne met Hubertine  Gilson. Hubertine is geboren op 27 januari 1894 in Kanne als dochter van Johannes Gilson en Maria Anna Darcis. Zij is overleden op 28 december 1981 in Tongeren. Pieterke en Hubertine (Bien) kregen drie kinderen: Mia, Rene (Cornelius), geboren in 1931 en al in 1935 overleden en René (Chretien), geboren in 1936 en overleden in 1989.

Pieterke en Hubertine in 1963

Hij is na de Tweede Wereldoorlog jarenlang voorzitter geweest van de Oud-strijdersbond en penningmeester van de fanfare Alliance. Hij stierf in Kanne op 19 juli 1968.

Pieterke en Hubertine Nicolaes-Gilson in hun tuin op de Bovenstraat bij het huwelijk van
hun zoon René met Gilberte.
Op de foto staan v.l.n.r.: Pieterke, Agnes Schuffelers, René Nicolaes, Gilberte Caelen,

Hubertine Gilson en Cornelis Caelen.
Op de achtergrond is de oude brug over het Albertkanaal te zien.

[1] Louis is zijn broer, die in 1886 in Kanne geboren werd en trouwde met Anna Viseur. Hij stierf al in 1919  en liet zijn vrouw en twee kinderen, pater Rene (missionaris) en Catharina achter. Het kan echter ook Louis Verdonck zijn, die op 10 september 1915 vanuit het Belgisch leger een kaart schrijft naar juffrouw Maria Nicolaes in de Wilhelminasingel 114 in Maastricht. In deze kaart schrijft hij dat hij Pierre bezocht heeft en dat het hem goed gaat.

[2] Theodoor Houben (1895-1978), vluchtte uit Kanne, bezet gebied, via Nederland en kwam op 16-12-1916 in actieve dienst; hij werd op 4 juli 1918 gewond. Hij trouwde in 1921 met Isabella Telg. Zij kregen drie kinderen: Marie in 1922, later gehuwd met Michel Dosin, Jef in 1924, later gehuwd met Maria van Kerkom en Jean in 1927. Jean trouwde later met Regina Vrijens.

[3] L’Océan was oorspronkelijk een zomervakantiehotel van een brouwersfamilie uit De Panne en dateerde van 1904. Begin december 1914 kreeg het Rode Kruis van het Ministerie van Oorlog de toestemming om het Grand Hotel de l’Océan om te vormen tot fronthospitaal. Bezielers waren de Brusselse hoogleraar Dr. Antoine Depage en Koningin Elisabeth. Het doel was om de zwaar gekwetsten zo vlug mogelijk de heelkundige zorgen te kunnen toedienen. Er werden veel culturele en ontspanningsactiviteiten georganiseerd. Over de werking van het hospitaal is een film bewaard uit de oorlogstijd, die bekeken kan worden via volgende link: http://www.europeana1914-1918.eu/fr/europeana/record/08623/13064?edmvideo=true&iframe=true&width=657&height=510