Versjöjvinge 10 Kwafäor – Kwafeus


Kwafäör, kwafeus

Een aantal aan het Frans ontleende Kannerse woorden behoren tot het beroep van kapper en kapster. Ze zijn misschien via het AN in de Kannerse woordenschat opgenomen of door rechtstreeks contact met Franstalige collega’s en/of met (taal)grensoverschrijdend cliënteel. Voor de in de jaren 50 samengestelde lijst waren hoofdzakelijk de kappers Hubert (Bèèr) Vrijens (Bovenstraat), Hubert (Bèèr), Hermans (Bejats) en zijn zuster, kapster Lieske Hermans de contactpersonen. Naast hen waren enkele Kannenaren gelegenheids kwafäörs of kwafeuze. Zij gingen naar de klanten toe of ontvingen hen thuis.

De eertijds opgetekende woordenschat heb ik nu met verscheidene Kannenaren o.w. Jos Mewissen, ooit kapper, en huidige kapster Yolanda Vrijens besproken, aangevuld en hier en daar van commentaar voorzien. Door gesprekken met hen en met veel andere Kannenaren kwam ik de namen van andere kappers en kapsters te weten. Alle namen van hen die ooit in Kanne lange of korte tijd het beroep van kapper of kapster hebben uitgeoefend of nog uitoefenen heb ik -gewoon ter informatie -in onderstaande lijst samengebracht. Achter de naam vermeld ik de straat waar zij het beroep uitoefenden  of korte gegevens die me over de persoon werden meegedeeld. In de lijst vermeld ik ook drie kapsters in de Waalse gemeente Emael bij wie een aantal Kannerse vrouwen hun haar lieten verzorgen  Van twee van hen ken ik alleen de voornaam Er kwam ook wekelijks een kapper uit Biesland naar Kanne

Kappers in Kanne

Hubert Pierre (Bèèr) Vrijens(1909-1976 ) gehuwd met Catharina Maria Johanna Vrijens; Kinderen: Hubertine, Pauline, Guillaume. Hoofdberoep: aannemer, stukadoor, Bovenstraat.

Hubert (Bèèr) Hermans (1910-1952) zoon van Henricus Hermans en Marie Agnes Schuffelers . Gehuwd met Wilhelmina Dassen. Kind: Maria Agnes . Hij was aanvankelijk blokbreker (hij werkte met zijn vader in de Muizenberg). Hij werd daar ernstig verwond tijdens de instorting van de berg in mei 1926 en werd kapper. Bejats.

Een kapper uit Biesland kwam het haar knippen ‘s zondags in de voormiddag in het café van Gil Caelen. Ik ben zijn naam niet te weten gekomen. Zijn voornaam was Jan en hij had zijn zaak op de Cannerweg in Biesland naast de kruidenierszaak van Mourmans.

Joseph (Jos) Mewissen (1947) begon 14 jaar oud zijn leercontract in Tongeren . Na zijn legerdienst werkte hij bij een kapper in Luik  en startte een eigen zaak  in de Kapelstraat. Hij werd nadien op de Mosa in Maastricht tewerkgesteld waar ook zijn vader, de bekende muzikant Leon, werkte en eindigde zijn carrière bij de Belgische Spoorwegen.

Michel Steuperaert ; kapper in de Oudeweg

Emiel Janssen (de roeje Miel) knipte het haar  in de tijd van Jos Mewissen en Michel Steuperaert in de Oudeweg in het ouderhuis.

Kapsters in Kanne


Elisabeth (Lieske)  Hermans) 1914-2001 zuster van de hierboven vernoemde  Hubert Hermans. Ze hadden beiden  een kapsalon in het ouderlijk huis in de Bejats.  Elisabeth trouwde met de in Düsseldorf geboren Hendrik (Heini) Smeets.

Josephine Van Dale (Fien van de Briggedeer), echtgenote van Mathieu (Jeu) Paquay. Ze  knipte het haar van klanten van hun café “Bie Fien of bie Paokè”  in de vroegere Molenstraat.

An Wijshof (Brugstraat),  zuster van Thérèse (Trees) Nicolaes- Wijshof, met haar echtgenoot Frans Nicolaes (Frans van den Heute) uitbaters van winkel “De Spar”. An kwam uit Amsterdam  en heeft korte  tijd een kapsalon gehad in het eerste gebouw vlak tegenover De Spar.

Rina Caelen , dochter van Frans Caelen  en Marieke Gijsen getrouwd met Henri, zoon van Pol Offermans. Ze had haar kapsalon boven de kruidenierszaak van haar moeder Marieke Gijsen op de Bovenstraat.

Astrid Janssen Oudeweg, Bovenstraat

Kitty Heerings,  Op ’t Broek. Zij verhuisde naar Vroenhoven waar dochter Anthonique nadien het beroep heeft uitgeoefend.

Marjon Bessems, Pruisstraat

Nicole Lejeune Avergat- (huis van An Wiks)

Yolanda Vrijens ; na haar opleiding werkte ze 3 jaar als kapster in Maastricht en opende in 1988 haar eigen kapsalon “Jolanda” in Kanne op de  Bovenstraat. Ze is getrouwd met Ivo Houben. Dochter Roxane is in haar voetspoor getreden. Ze werken samen in het kapsalon Yolanda.

Een aantal vrouwen van Kanne lieten hun haar verzorgen in Emael door

Marina van Widingen (dochter van rijkswachter), door Christine (Titin) of door Mariette (Marjèt), echtgenote van Roger Tans, zoon van Stinneke Bemelmans.

Woordenschat

Voorafgaande opmerking

-In onderstaande lijst staan alleen de Kannerse woorden opgetekend die uit het Frans werden overgenomen. Toch wil ik hier enkele Kannerse woorden vermelden die geen Franse oorsprong hebben zoals: sjaors (scheermes)

sjèegel (lijn, scheiding), snieje (knippen), kaamp (kam), kemme (kamme), sjiêr (schaar), beustel (borstel). Ook het aan het Duits ontleende woord feun (m) >feune föhn >föhnen (drogen= druge)

of aan het Engels: brösje; brösjing  (<brush) – ponie (pony), kondisjener (<hair conditioner)haarverzorgingsproduct, pönk(<punk) extravagante haarstijl van mannen en vrouwen en waarschijnlijk ook het woord sjampoo

         – In de leenwoorden wordt de beklemtoonde lettergreep onderlijnd.

         – ala Brizjit Bardo, ala Mistàègèt, ala Zjul Brunnèr: speciale haarkapsels.-vernoemd naar  (ala< Fra à la ) bekende acteurs, actrices, zangers, zangeressen: Brigitte Bardot (meestal lang loshangend), Mistinguette((kort kapsel),  Yül Brunne (Bruner), Russisch filmacteur (glad kaal geschoren), zijn uit de woordenschat verdwenen.

aobree  (m)< ombré < ombre schaduw): haarkleuringstechniek waarbij de donkere haarkleur aan de wortel lichter wordt naar de haarpunten toe. 

balèjaasj (v) < balayage: balayage, kleurschakeringstechniek.

barbeer  (m) -s <barbier <lat barba (baard): helemaal vervangen door kwafäör..Misschien onder invloed van het Engels (barber) komt barbier thans vaker voor in het Nederlands naast kapper.

biegoedie (v-s ) (verouderd) < bigoudi: buisje waarrond men haarlokken rolt om die provisorisch te krullen.

bros (m) < à la brosse: kort geknipte haarsnit, militaire haarsnit.

brijjentin(m) (verouderd) < brillantine: glans gevend, vettig haarsmeersel.. Wax  (krèèm, zjèl).

efileersjiêr (v) -e: effileerschaar.

efilere < effiler: effileren; met een effileerschaar het haar uitdunnen.

fiksere < fixer: met een spray het kapsel een langere houdbaarheid geven.

frizeren <.friser: met de warmte van een haartang  de haarstructuur veranderen  (bv krullen aanbrengen).

keudesjval (v) (verouderd) :< queue de cheval: soort kapsel, paardenstaart (pjaadsstat , stat).

koep (v -pe )<coupe: snit

koepeersjr (v -e): instrument om de lengte van het haar in te korten.

krèèm  (m): zie: brijjentin.

krèpaasj (v -zje )< crêpage

krèpere < crêper: met behulp van zeep of haarlak volume geven aan haarlokken of ze in pieken naar boven kammen.

* krol (v -olle) < crolle: krul.

kroleren:< croller: krullen.

kwafäör (m  s )< coiffeur:  algemeen gebruikt  door Kannenaren. Onder invloed van het AN en  van het Maastrichts  hoor je al vaker kapper  (< kappen : haar opmaken, knippen (Ka: snieje). De opgang van kapper is ook te merken in de  samengestelde woorden kapsel voor kwafuûr en kapsalon.

kwafere (verouderd) <coiffer: het haar verzorgen. Algemene uitdrukking  de bès sjón gekwafeerd.

kwafeus  (v -ze ) coiffeuse: kapster. Zie: kwafäör

kwafuûr(v -s )(verouderd) < coiffure: kapsel

lak (m) < laque: haarlak.  Gelakeerd < laqué

maske (o -s )< masque : (haar)masker: haarverzorgingstechniek (onderhoud of herstel van alle haartypes (droog, vettig, beschadigd)met behulp van uitgekozen cosmetische producten, hairconditioners.

mèsj  (v -e) < mèche: haarlok (mèsje zètte: enkele lokken in het kapsel een andere kleur geven.

miezaoplie(v -s ) (verouderd) < mise-en- plis: watergolf in het haar.(brusjing  waotergollef).

moestasj (verouderd) (m -e )<  moustache: snor (kniêvel, snor).

pappejot, papjot (v-tte )< papilotte: (verouderd)  kort of langer, meestal plastic, kokertje langer waarrond een haarlok gewikkeld wordt en dan verwarmd om die  te krullen. Eenvoudige techniek om zelf het haar te krullen.
Krulspeld (krolspang)..

permenàènt (v)-e )< permanente (ondulation permanente): soort kapsel; blijvende haargolf.

pruûk : (v – pruke pruûske): perruque: pruik (de bokkepruûk ophèbbe: slecht geluimd zijn).

sjampoo (m) < Fra of Eng champoo: shampoo, haarwasmiddel.

sjaopwàè (o)< shampooing: minder algemeen dan sjampoo

sjinjao (verouderd) (m -s) < chignon: opgebonden haar,  wrong haar (kouwf).

tondeus (v-ze )< tondeuse: haarsnijwerktuig.

très ( v-sse )< trèssse : haarvlecht. (vlöch.)

zjèl (m) < gel: cosmetisch product, haarverzorgingsmiddel.

Ik wil hier veel dorpsgenoten van harte bedanken voor hun medewerking (informatie en/of foto,s).

Alvast ook mijn dank voor aanvullende of verbeterende reactie op dit artikel.