Vondelingen opgevangen in Kanne

Op 11 maart 2016 vond er in het Regionaal Historisch Centrum in Maastricht een genealogisch congres plaats. Tijdens dit congres ging de lezing van Régis Delahaye over vondelingen. Daarbij besteedde hij aandacht aan de rol van het vondelingenhuis van Maastricht, in de besproken tijd hoofdstad van beide Limburgen. Onze bestaande interesse voor het fenomeen werd weer geactiveerd en we trokken naar het archief in Maastricht.

Vondelingen zijn er altijd geweest en ook nu nog is het fenomeen niet verdwenen. Zo is er in Antwerpen sprake van een rol of schuif voor te vondeling gelegde baby’s. In 2015 werd Louise-Marie gevonden in de schuif van de VZW Moeders voor moeders. Vandaag, 5 april 2016, berichten de media dat er in de herfst van 2015 nog een baby gevonden was, die de naam Maarten heeft gekregen.

Ook in de Lenculenstraat nr 33 in Maastricht was een rol geïnstalleerd, een houten cilinder, die met een halve slag naar binnen gekeerd kon worden en waarin de baby kon gelegd worden. De rol van het Maastrichtse vondelingenhuis werd in 1819 geplaatst, maar in november 1823 weer verwijderd. Dat laatste gebeurde wegens “het te grote succes”: de staat moest het onderhoud van de kinderen betalen en het aantal vondelingen steeg dan ook indrukwekkend. Eind 1822 werd de rijkssubsidie ingetrokken en vanaf dat ogenblik verminderde het aantal vondelingen spectaculair.

rol

De baby is in de rol geplaatst en de vrouwe belt aan

Het vondelingenhuis kon de grote toename van vondelingen niet aan en besteedde de kinderen uit. Zo kwamen in Maastricht en alle dorpen in de buurt vondelingen terecht.  Marie Catherine Schepers, weduwe van Pierre Thijssen (ook wel Matthijssen genoemd) uit Kanne ving in deze periode vijf kinderen op: Elisabeth Acacia, Barbara Loon, Elisabeth Vlaag, Maria Mulzen en Alexandrina Dubruit.  De eerste, Elisabeth Acacia, stierf al na een maand. Alexandrina bleef maar enige maanden want zij was al 12 jaar en dan hield de uitbestedingsperiode op.  De 3 anderen bleven vanaf hun eerste levensdagen tot hun twaalfde verjaardag bij Marie Catherine. Daarvoor kreeg Marie Catherine Schepers aanvankelijk 7 gulden per maand vergoeding. Dat werd geleidelijk afgebouwd en toen Maria Mulzen haar laatste maand bij haar doorbracht, kreeg zij maandelijks nog een bedrag van 0,95 gulden. Barbara Loon en Elisabeth Vlaag zijn niet terug te vinden in de Burgerlijke Stand van Kanne. Barbara Loon wordt in 1842 vermeld als moeder van de overleden Joannes van Leeuwen maar of dat over önze”Barbara gaat, is absoluut niet zeker.  Elisabeth Vlaag stierf op 4 december 1848 in Maastricht. Maria Mulzen daarentegen is in Kanne gebleven. Zij is er getrouwd en overleden. Zij trouwde op 12 juni 1844 als 22-jarige met Henri Hans en kreeg samen met hem 4 zonen Jean, Willem, Pieter en Johannes. Zij overleed op 25 november 1854, nauwelijks 32 jaar.

Marie Mulzen 1844 Huw 05-1

Deel van de huwelijksakte van Maria Mulzen en Henri Hans (RADOC, Burgerlijke Stand Kanne)
Behalve Marie Catherine Schepers was ook Hendrik Koelen (Colen, Kolen) pleegouder: Geertrui Erkel werd door hem opgevangen, maar zij overleed al in Kanne op 7 juni 1826 op 3-jarige leeftijd.
Geertrui Erkel

Titel van de vondelingenakte van Geertrui Erkel
Over de vondelingen (in Kanne) is in de loop van 2016 een artikel verschenen in ons tijdschrift Heemkunde Kanne: Vrijens, P., Vondelingen uit het vondelingenhuis van Maastricht (1814-1850), 2016, jg. 17, nr 2, p. 3-8.

Paul Vrijens